Automatisme (Metafoor)
Er wordt verteld dat maar één boekrol de laatste grote brand van de bibliotheek van Alexandrië overleefd heeft. Een heel gewoon boek, saai en oninteressant. Voor een zeer gering bedrag werd het verkocht aan een oude man, die nauwelijks kon lezen. Hoewel het boek, oppervlakkig gezien, dus saai en oninteressant was, was het waarschijnlijk het waardevolste boek op de wereld, want helemaal onderaan op de rol ( we zouden vandaag zeggen: op de laatste bladzijde) stonden in grote, duidelijke letters een paar zinnen over het “geheim van de proefsteen”.
Er stond geschreven dat de proefsteen een kiezelsteentje was dat alles waarmee het in aanraking kwam in zuiver goud veranderde. Dit kiezelsteentje zou ergens op de kust van de Zwarte Zee liggen, tussen vele miljoenen andere kiezelsteentjes, die er allemaal hetzelfde uitzagen, maar het zogenaamde proefsteentje onderscheidde zich omdat het warm levend aanvoelde als je het in je hand nam. De oude man kon zijn geluk niet op. Als hij er in zou slagen de proefsteen te vinden, dan was hij rijk! Hij verkocht alles wat hij had, leende een som geld en vertrok naar de Zwarte Zee. Hij zette zijn tent op en ging aan het werk. Hij pakte een kiezelsteentje op en als het koud aanvoelde gooide hij het niet terug op de grond, maar wierp het in het water, zodat hij het zelfde steentje niet nog een keer zou oprapen.
Elke dag was de oude man vele uren bezig met het oprapen van steentjes, voelen of het warm was, in het water werpen. Oprapen, voelen, wegwerpen. Zo ging het. Jaar in, jaar uit. Oprapen, weggooien, oprapen, weggooien, ononderbroken… Hij vond het proefsteentje niet.
Maar toen, op een avond, pakte hij een kiezelsteentje, het voelde warm en levend aan en hij… gooide het steentje, gewoontegetrouw, met een grote boog, in het water.